Van klimaatscepsis naar klimaatidealisme

De discussie over klimaatverandering lijkt in Nederland verschoven te zijn: het is vaak niet meer de vraag of het klimaat verandert maar hoe we daarop moeten reageren. Christel van Eck en Leo Meyer van ClimateContact-Consultancy spreken met tien Nederlanders over klimaatverandering, van sceptici tot realisten en idealisten.
 

Door Christel van Eck en Leo Meyer

Vertrouwen in de klimaatwetenschap

Toen in 1972 het rapport Grenzen aan de groei van de Club van Rome verscheen, kwam er wereldwijd aandacht voor het milieuvraagstuk. Er waren ook velen die vonden dat het rapport te veel doemdenken uitstraalde. Groepen die waarschuwen voor een mondiale milieucrisis, creëren nu eenmaal tegenbewegingen. Zo ook in het klimaatdebat, in het verleden voornamelijk gekenmerkt door sceptici versus mainstreamers. Sceptici ontkennen de opwarming van de aarde die sinds de industriële revolutie gaande is, dan wel dat deze een menselijke oorzaak kent.

Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC), dat periodiek de wetenschappelijke kennis over het klimaat beoordeelt, heeft veel weerstand ervaren van sceptici. De rapporten (gepubliceerd in 1990, 1995, 2001, 2007 en 2014) zorgden na ontvangst steeds voor zowel alarmistische berichten als ontkenningen hiervan in de media, al vertrouwde de meerderheid van het publiek de klimaatwetenschappers. Eind 2009, in de aanloop naar de grote klimaattop in Kopenhagen, kreeg dat vertrouwen een flinke deuk. Gehackte e-mails van de Universiteit van East Anglia zouden erop wijzen dat er door het IPCC gesjoemeld was met cijfers. Die beschuldigingen bleken later onwaar te zijn, maar na publiciteit over enkele fouten in een van de IPCC-rapporten werd 'Climategate' al snel één groot mediaschandaal. Klimaatsceptici kregen een groot podium om te vertellen dat klimaatverandering een hoax was.

Toch lijkt het vertrouwen in de klimaatwetenschap inmiddels weer hersteld. In 2014 hebben de sceptici nauwelijks weerwerk geleverd op het recentste rapport van het IPCC. Daarnaast worden klimaatverandering en de gevolgen hiervan steeds meer zichtbaar, en zijn ook de not so usual suspects de laatste jaren hun mond gaan opendoen, zoals de Paus, de Rockefellers [nazaten van oliemagnaat John D. Rockefeller, red.] en president Obama. Bovendien zijn de fossiele industrie, financiële sector en veel politieke partijen zich anders gaan opstellen. Dit alles heeft de bodem gelegd voor het klimaatakkoord van Parijs eind 2015. Daarin is afgesproken de opwarming wereldwijd te beperken tot ruim beneden de 2 graden celsius, en liefst tot 1.5 graad celsius. Nu de meeste landen dit jaar, inclusief grote spelers als Amerika en China, het verdrag hebben geratificeerd, is het Parijs-akkoord in werking getreden en is het klimaatbeleid in een stroomversnelling gekomen.

Nieuwe discussies

In Nederland blijkt de discussie of klimaatverandering een probleem is, verschoven naar hoe wij naar een klimaatneutrale samenleving gaan. De invloed van de sceptici lijkt hiermee te zijn afgenomen. Marcel Crok, wetenschapsjournalist, ziet zichzelf als een roepende in de woestijn. Hij heeft het gevoel dat argumenten van sceptici op geen enkele wijze worden meegenomen bij de bepaling van beleid. "De reden dat ik doorga, is dat ik gedocumenteerd wil hebben hoe zwak het klimaatverhaal in elkaar steekt." Maar daarin lijkt hij in Nederland alleen te staan.

Misschien komt daar verandering in nu Donald Trump, klimaatontkenner, de scepter zwaait in de VS. Dat kan de Nederlandse klimaatsceptici nieuwe wind in de zeilen geven. Maar vooralsnog gaat het debat gaat niet meer over het al dan niet bestaan van een probleem; het gaat wel over hóe het probleem moet worden opgelost. Er ontstaan tegenstellingen tussen 'realisten' en 'idealisten'. Iedereen is het eens over de noodzaak van meer energiebesparing, en vervanging van fossiele brandstof door zon- en windenergie. Maar de 'realisten' stellen dat er bovendien op grote schaal omstreden technologieën nodig zijn zoals CO2-afvang en -opslag (Carbon Capture and Storage, CSS) en biomassa, en een combinatie daarvan. Dat moet het overschot aan CO2 uit de atmosfeer te halen. De 'idealisten' zijn van mening dat de oplossing met alleen energiebesparing en zonne- en windenergie af kan.

De vraag daarbij is hoe hoog het besparingstempo van Nederland kan zijn. Ike Teuling, campagneleider Energie bij Milieudefensie: "Ik denk dat het allemaal veel sneller kan. Onder druk wordt alles vloeibaar." Volgens haar moet Nederland binnen 20 jaar van de fossiele brandstoffen af zijn. Jan Paul van Soest, Founding partner De Gemeynt (een coöperatie op het gebied van ecologie en economie en duurzame oplossingen), is somber over de haalbaarheid: "Ik krijg het gewoon niet rond gerekend. Ik zie geen materiaal en geen studies die mij het vertrouwen geven dat we dat gaan doen." Faiza Oulahsen, campagneleider Klimaat & Energie bij Greenpeace Nederland: "Wij hadden al een behoorlijk ambitieus energie-scenario, voor wat wereldwijd aan zonne- en windenergie mogelijk is. Er werd over ons nog gezegd 'Greenpeace leeft in een utopie'. Maar we zijn zowel linksom als rechtsom ingehaald. De groei van zonne-energie gaat sneller dan verwacht." De realisten zijn sceptischer over de snelheid van energiebesparing, en menen dat we er niet komen met alleen zon en wind. Sible Schöne, programmadirecteur bij Klimaatbureau HIER: "Greenpeace, Natuur & Milieu en Milieudefensie komen uit de jaren '70. Ze willen allemaal een duurzame energievoorziening en gebruiken daarbij het argument 'klimaatverandering'. Wij zeggen: we moeten een concreet klimaatprobleem kosteneffectief oplossen. 1.5 graad is zo ambitieus is dat je daar alles voor nodig hebt, ook CCS en biomassa."

De meningen zijn daarnaast verdeeld over de vraag of ook maatregelen in het buitenland mogen meetellen voor de nationale doelstellingen, zoals dat kan onder het Kyoto-Protocol. Nee, zeggen idealisten, dat is afschuiven van de nationale verantwoordelijkheid en dat vertraagt de binnenlandse energietransitie. Schöne: "Het zoeken naar een rationele aanpak stuit op allerlei vormen van nationalisme, allerlei ideologieën dat je het in eigen land moet doen en dat je niet vanuit een mondiaal plaatje mag denken. Dat vind ik gewoon heel slecht."

Hokjesdenken

In het debat lijken er klimaatsceptici, klimaatidealisten en klimaatrealisten te zijn. Het ligt echter veel genuanceerder; niet iedereen kan zomaar in een hokje worden gestopt. Het voordeel van hokjesdenken is dat het mogelijk is te vergelijken, waarbij de raakvlakken en verschillen tussen groepen zichtbaar worden.. Overeenkomsten kunnen mensen met elkaar verbinden en verenigen, wat sociale cohesie creëert.(1) Wij pleiten er voor om geen enkele groep uit te sluiten van het debat, omdat iedere groep zo zijn eigen krachten en valkuilen heeft.

De klimaatsceptici hebben aan invloed ingeboet nu de acceptatie van het klimaatprobleem gemeengoed lijkt te zijn. Toch blijft hun inbreng van belang. De kracht van de sceptici is dat ze zwakke plekken in het klimaat-bastion zoeken. Dat stimuleert de mainstreamers om hun punten beter te onderbouwen en beter te communiceren met het algemene publiek. De valkuil van de sceptici is dat ze soms feiten blijven ontkennen die wetenschappelijk al lang zijn vastgesteld, of terugkomen op beweringen die al herhaaldelijk zijn weerlegd.

De kracht van de klimaatidealisten is dat zij een verhaal hebben wat aanspreekt en waarmee je mensen in beweging krijgt. Idealisten hebben een duidelijke visie die daadwerkelijk doelen stelt. Dit geeft richting voor de toekomst en stimuleert ontwikkeling. Het gevaar is echter dat doelen niet realistisch en haalbaar zijn, wat kan leiden tot gevoelens van machteloosheid en frustratie.

De kracht van de klimaatrealisten is dat de kans groter is dat het klimaatprobleem daadwerkelijk opgelost kan worden. De valkuil is dat hun benadering technocratisch overkomt, publieke weerstand oproept en weinig ruimte laat voor een op een democratische manier verkregen draagvlak voor oplossingen.

Naar een beter debat

Al met al wordt de transitie naar een klimaatneutraal Nederland ingrijpend en ingewikkeld. Er liggen grote vragen open over de sturing, de maatregelen, en de mate waarin maatregelen die ook in het buitenland mogen worden uitgevoerd. Goede communicatie is de sleutel tot het overbruggen van tegenstellingen tussen sceptici, idealisten en realisten.

De kloven die tussen verschillende partijen bestaan, kunnen worden overbrugd door te blijven zoeken naar common ground voor alle 'hokjes'. Dit kan zonder de essentie van eigen argumenten en idealen op te geven. Het is daarbij belangrijk om de te zoeken naar en begrip te tonen voor de waarden die onder de argumenten van de ander zitten, en het debat niet te beperken tot een strijd over de feiten en getallen.(2,3)

Noot van de auteurs

Dit artikel is gebaseerd op interviews met tien mensen die gevraagd zijn naar hun ideeën over het Nederlandse klimaatdebat en de posities die zij en andere innemen. Met de keuze van de geïnterviewden is beoogd het maatschappelijk discours in kaart te brengen, maar naar volledigheid is niet gestreefd. De uitspraken in dit artikel van de geïnterviewden vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs de zienswijze van de auteurs.

Lees hier het volledige rapport: Scepsis, idealen en realiteit, 10 Nederlanders over klimaatverandering

De geïnterviewden
Ewald Breunesse – Manager Energietransitie bij Shell
Marcel Crok – Wetenschapsjournalist, toegelegd op klimaat
Bert Holtslag – Hoogleraar Meteorologie aan de Universiteit van Wageningen
Hans Labohm – Gepensioneerd econoom
Faiza Oulahsen – Campagneleider Klimaat & Energie bij Greenpeace Nederland
Hans Schoenmakers – Director Corporate Affairs bij Uniper Benelux en Directeur ROAD 2020 Project
Sible Schöne – Programma Directeur bij Klimaatbureau HIER
Jan Paul van Soest – Founding partner De Gemeynt
Ike Teuling – Campagneleider Energie bij Milieudefensie
Tjerk Wagenaar – Directeur Natuur & Milieu

Voetnoten
(1) Zie http://www.volkskrant.nl/wetenschap/wat-zijn-de-voordelen-van-hokjesdenken~a4147267/
(2) Kahan, D.M., Peters, E., Wittlin, M., Slovic, P., Larrimore Ouellette, L., Braman, D. & Mandel, G. (2012). The polarizing impact of science literacy and numeracy on perceived climate change risks. Nature Climate Change, 2, 732–735
(3) Marshall, G. & Corner, A.J. (2015). Talking About Climate Change with Centre-Right Politicians and Members of the European Parliament. Oxford: Climate Outreach

17 november 2016

Copyright Christel van Eck en Leo Meyer. Dit artikel is niet vrij over te nemen.

Foto: Karsten Würth