Nederland moet 25% CO2-uitstoot verminderen

De Nederlandse staat moet de CO2-uitstoot in 2020 met minimaal 25% terugbrengen ten opzichte van 1990. Dat heeft de rechter in Den Haag bepaald in de zaak die Urgenda heeft aangespannen. Het kabinet beraadt zich nog op hoger beroep en raadpleegt daarvoor de Tweede Kamer.

Door de redactie

Met de rechtszaak wil Urgenda de Nederlandse staat dwingen om de CO2-uitstoot meer te reduceren dan nu gebeurt. Het huidig overheidsbeleid leidt tot maximaal 17% CO2-reductie in 2020. Er is echter 25% - 40% vermindering nodig om de opwarming van de aarde onder de 2 graden celcius in 2100 te houden. De eis van Urgenda was 40% reductie.

Staat heeft zorgplicht

De rechtbank oordeelde dat de staat meer aan klimaatmitigatie moet doen. De staat heeft een zorgplicht voor bescherming en verbetering van het leefmilieu. Als de aarde met meer dan 2 graden opwarmt, ontstaan er ook in Nederland gevaarlijke situaties. Kosten voor maatregelen zijn daarbij niet onaanvaardbaar hoog, oordeelt de rechter.

Volgens de rechtbank kan de staat zich ook niet verschuilen achter het argument dat een internationale oplossing niet alleen van Nederland afhangt. Elke vermindering draag bij aan voorkomen van klimaatverandering. De rechter paste wel terughoudendheid toe, om de overheid vrije ruimte voor beleid te geven. Daarmee kwam het oordeel op minimaal 25% CO2-reductie in 2020.

Bij het oordeel keek de rechtbank onder meer naar internationale klimaatverdragen die Nederland ondertekend heeft, Europese doelstellingen en naar de stand van de wetenschap. De rechter vraagt daarbij de staat om haar aan haar woord te houden en de verdragen na te leven.

“Alle eisers zijn heel blij met deze uitspraak. Die maakt heel duidelijk dat klimaatverandering een groot probleem is dat veel effectiever moet worden aangepakt en dat staten zich niet meer kunnen veroorloven onvoldoende te doen. Ze dienen hun burgers te beschermen. Als de politiek dat niet uit zichzelf doet, dan kan de rechter de burger te hulp schieten”, zegt Urgenda directeur Marjan Minnesma.

Afwachten wat gevolgen zijn

Gevolgen van de uitspraak blijven waarschijnlijk uit: als de Nederlandse staat het vonnis naast zich neerlegt, zou de rechter een dwangsom kunnen opleggen. Dwangsommen moeten echter aan de Nederlandse staat worden overgemaakt, waardoor er praktisch geen resultaat is. Mocht het zover komen, dan is het afwachten wat de praktijk uitwijst.

Regering kijkt nog naar hoger beroep

Minister Kamp van Economische Zaken is niet bezig met extra reductie. “Het energie-akkoord blijft wat mij betreft gewoon staan”, zegt hij bij de NOS. “Ik heb doelstellingen voor 2020 en 2023 en ik vind het al lastig om die doelstellingen te halen. Daar moet ik alles voor uit de kast halen. (…) Met extra doelstellingen ben ik op het moment niet bezig.”

Er is nog niet bekend of het kabinet in hoger beroep gaat. Wel heeft Kamp toegezegd dat de Tweede Kamer hierover mag meedebatteren, naar wens van de PvdA, GroenLinks, Partij voor de Dieren en D66. Die uitkomst neemt het kabinet mee in het besluit.

Belgische zaak in voorbereiding

Wereldwijd is de zaak uniek, zowel in het aanklagen van een staat vanwege nalatigheid als de omvang ervan. De uitspraak kan ook in andere landen tot rechtszaken leiden. Bij de uitspraak van de rechter waren delegaties uit andere landen aanwezig. Veel buitenlandse media berichten over de zaak, waaronder The Guardian, ABC Australia en Al Jazeera America.

“De Belgen zijn al begonnen met een rechtszaak, de Noren ook”, zegt Minnesma bij de NOS. “Ik denk dat er heel veel rechtszaken van burgers gaan komen die zeggen ‘staat, je moet me veel beter beschermen en ik wil de rechter vragen dat af te dwingen’.”