Klaar voor verandering?

Nederland en de EU doen niet voldoende om de duurzame ontwikkelingsdoelen die in september 2015 internationaal zijn ondertekend te halen. Grotere inspanningen op het gebied van klimaat, voedselzekerheid, migratie en belasting zijn nodig. Organisaties roepen op tot actie.

Door Malou ten Have

Dit is de kern van het rapport ‘Ready for Change?’ dat Partos, Foundation Max van der Stoel (FMS) en Woord en Daad vorige week uitbrachten, in samenwerking met 40 maatschappelijke organisaties. “Met deze publicatie willen we Nederlandse en Europese beleidsmakers handelings-perspectief bieden om de in 2015 geformuleerde duurzame ontwikkelingsdoelstellingen van de VN daadwerkelijk te realiseren”, aldus Bart Romijn, directeur van Partos. “Zaken die duurzaamheid in de weg staan, zoals subsidies voor fossiele brandstoffen en belastingontwijking moeten met grote urgentie en de juiste politieke wil aangepakt worden.”

Tijd voor actie

Het bedrag aan energiesubsidies voor fossiele brandstoffen zoals olie, gas en steenkool werd in 2015 door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) geschat op 5,3 triljoen dollar. Ter vergelijking: het bedrag dat wereldwijd aan ontwikkelingssamenwerking wordt besteed, werd geschat op 140 miljard dollar.

Het rapport stelt beleidsmaatregelen voor die nodig zijn om duurzaam ontwikkelingsdoel (SDG) 13 en de gemaakte afspraken op COP 21 te realiseren voor 2030. SDG 13 betreft het overgaan tot actie om klimaatverandering en de effecten ervan te bestrijden. Op het gebied van klimaatverandering geeft het rapport de volgende actiepunten voor Nederlandse en Europese beleidsmakers:

  • De EU afspraken die gemaakt zijn voor het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen (Intended Nationally Determined Contribution) zijn niet voldoende en moeten worden aangescherpt. Ook moet de Nederlandse regering de doelen voor hernieuwbare energiebronnen en energie efficiëntie vergroten.
  • Overheden moeten de financiering voor fossiele brandstoffen afbouwen en bindende afspraken moeten de koolstofvoetafdruk van energietransacties jaarlijks met minstens 10 procent verkleinen.
  • Overheden moeten meer financiering verstrekken aan adaptatiemaatregelen. Meer internationale publieke financiering moet worden uitgegeven aan decentrale energietoegang beschikbaar voor arme bevolkingsgroepen. Ook moet een concreet Nederlands en Europees stappenplan gemaakt worden om voldoende publieke klimaatfinanciering te garanderen.
  • De transparantie van internationale en Nederlandse klimaatfinanciering moet worden vergroot om de overstap van investeringen van fossiele brandstoffen naar groene energie te ondersteunen.
  • Een strategie moet worden opgesteld zodat meer geld wordt besteed aan snelle respons en het vergroten van de weerbaarheid. Dit voorkomt (uitgaven aan) nood interventies en klimaat gerelateerde rampen.

Armoede bestrijden grootste uitdaging

Partos, FMS en Woord en Daad overhandigden het rapport donderdag 19 mei aan Christiaan Rebergen, plaatsvervanger voor de zieke minister Ploumen van Ontwikkelingszaken en Buitenlandse Handel. Rebergen, directeur-generaal Internationale Samenwerking, reageerde namens minister Ploumen op het rapport. “Het is een belangrijk rapport. De uitdaging is om het in de praktijk te brengen. De belangrijkste vraag is hoe helpen de SDGs de allerarmsten? We moeten alles in dat licht zien, want dat is de grootste uitdaging waar we voor staan. We moeten extreme armoede op alle fronten aanpakken en verminderen en op een dag zal dat realiteit worden.”

Bronnen:

Foto's: Roos Trommelen

25 mei 2016