Duurzaam sterven

Ook na de dood nog (duurzaam) klimaatneutraal bezig zijn? Nu is het mogelijk. Waar men vroeger alleen de mogelijk had zich te laten begraven of te laten cremeren, moet het binnenkort ook mogelijk zijn je te laten resomeren of cryomeren.

Door Jim Schoenmaeckers

Bij de crematie van een gemiddelde man wordt er zon 50 kilo CO2 uitgestoten. Volgens de cijfers van de landelijke vereniging voor crematoria zijn er jaarlijks 76 191 crematies (56,76% van de overledenen laat zich cremeren) wat neer komt op bijna 4 miljoen kilo CO2 per jaar. De meest zuinige middenklasse benzine auto stoot ter vergelijking gemiddeld 1885 kilo CO2 per jaar uit. Dit zou allemaal een stuk duurzamer moeten kunnen.

Resomeren

Een van de duurzamere oplossingen voor overledenen is resomeren. Dit is een nieuwe techniek waarbij menselijke overschotten worden opgelost. Het lijk wordt in een resomator geschoven. In deze resomator bevindt zich een mix van water en kaliumhydroxide, ook wel loog genoemd. Dit mengsel wordt op een temperatuur van 180 graden gehouden en bij deze temperatuur wordt een menselijk lijk in 3 uur ontbonden. Alleen het vlees lost op en de botten kunnen worden vermalen in een grote maalmachine. Het resultaat is dan een zakje poeder van een vergelijkbare hoeveelheid als de as bij een crematie. Op dit moment wordt resomeren al toegepast in enkele Amerikaanse staten en Canada en naar verwachtingen zal dit binnenkort ook in Europa mogelijk zijn. Voordat dit echter in Nederland mogelijk zal zijn moet eerst de Nederlandse wetgeving worden aangepast, op dit moment is volgens de Nederlandse wet alleen nog cremeren en begraven toegestaan.

Cryomeren

Een andere nieuwe duurzame mogelijkheid voor na de dood is cryomeren. Bij cryomatie wordt het lichaam bevroren en wordt het bevroren lichaam vervolgens door kleine trillingen uit elkaar geschud. Nadat het lichaam uit elkaar is gevallen kan met een magneet het schadelijke metaal uit de overblijfselen worden gefilterd waardoor een organisch overschot overblijft. Wanneer dit organisch overschot wordt begraven is dit in 6 tot 12 maanden vergaan tot compost. Er kan zelfs een boom op groeien die de organische resten als voedingstof kan gebruiken waardoor de dode bijna helemaal CO2 neutraal wordt. Ook kan men de resten na cryomatie verbranden, wat als voordeel boven gewoon cremeren heeft dat de schadelijke stoffen al uit de overblijfselen zijn gefilterd. Daardoor zijn er geen filters meer nodig die na gebruik weggegooid moeten worden en dan in het afvalcircuit terecht komen. Deze techniek wordt nog nergens ter wereld toegepast. Wel zijn ze in Zweden in een vergevorderd stadium met de eerste locatie waar cryomatie mogelijk zal zijn. Ook voor deze techniek geldt dat, voordat deze in Nederland kan worden toegepast, de wetgeving moet worden aangepast.

Duurzaamheid nieuwe technieken

Of deze technieken milieuvriendelijker zijn, is echter nog de vraag. Met name het cryomeren kost ontzettend veel energie. Een lijk moet eerst enkele dagen op -18 graden worden ingevroren en vervolgens in een bak stikstof van -196 graden worden gedompeld. Dit kost ongeveer twee keer zoveel energie als cremeren en ruim twintig keer zoveel energie als begraven. Wel is de uitstoot van CO2 een stuk minder. De resomatie is al een stuk milieuvriendelijker. Het oorspronkelijke gewicht wordt met 97% gereduceerd en het afvalwater kan via de normale waterzuiveringsinstallaties worden verwerkt. Deze methode leidt daarom tot een aanzienlijke besparing van gewicht en ruimte, maar ook deze methode kost veel energie.

22 juni 2010