Octalix speurt energieverspilling op

Er zijn tal van energiebesparende maatregelen mogelijk voor duurzame gebouwen. Toch zag innovator Rick Wolleswinkel vooral veel teleurstelling bij de pioniers van deze gebouwen. Als je maatregelen niet afzonderlijk controleert en op elkaar afstemt valt de gemiddelde energieprestatie ongeveer dertig procent slechter uit dan vooraf berekend. Zijn uitvinding Octalix, een comfort- en energiemanagementsysteem voor een beter binnenklimaat in gebouwen, moet dit probleem gaan oplossen.

De Haagse Hogeschool (HHS) startte in 2007 de bouw van een nieuw schoolgebouw in Delft, een paradepaardje voor de technische opleiding die hier haar intrek zal nemen. Met allerlei technische snufjes wil de HHS het meest duurzame onderwijsgebouw in Nederland realiseren.

Een greep uit de vele toegepaste technieken: honderdvijftig vierkante meter zonnepanelen, twee kleine windturbines van 6kW per stuk, energieopslag, warmtepompen, asfaltcollectoren (bakken met asfalt en water die in de zomer elektriciteit opwekken doordat zonlicht het asfalt met het water verwarmt) en de mogelijkheid voor het inpassen van een brandstofcel, zodra deze ver genoeg ontwikkeld is. Met de opening van het academisch jaar in september 2009, zullen een kleine tweeduizend studenten het gebouw in gebruik nemen.

Het schoolgebouw in Delft is bovendien één van de eerste gebouwen uitgerust met het nieuwe Octalix systeem. Dit systeem zorgt met veel meetpunten (gemiddeld één sensor per vierkante meter) voor een zuinig binnenklimaat. Het fine grid monitoringsysteem brengt allerlei omstandigheden in kaart. Niet alleen elektriciteitverbruik, ook luchtkwaliteit, zoals CO2-gehalte en vochtigheidsgehalte, lichtniveaus en registratie van aanwezigheid per werkplek en per lokaal. Het systeem registreert zelfs open ramen zodat verwarming en koeling kunnen worden afgeschakeld als de gebruiker er zelf voor kiest met klimatisering van buiten te gaan werken.

Wolleswinkel: Het Octalix systeem kan het binnenklimaat niet alleen meten, maar ook voorspellen en daarop vooraf inspelen. Als er zes mensen in een vergaderruimte gaan zitten en je geen aanpassing doet aan koeling en luchttoevoer, stijgt de temperatuur snel en wordt de lucht bedompt. Zeker in een schoolgebouw heb je een superdynamische omgeving. De sensoren meten hoeveel mensen en actieve computers er in een ruimte zijn en zorgen er op tijd voor dat koeling en ventilatie zich aanpassen op de hogere aanwezigheid. Het grote voordeel van het systeem is dat je beschikbare capaciteit voor ventilatie en verwarming precies naar die plaatsen kunt sturen waar de mensen zijn. Het gevolg is dat je afkunt met een kleinere luchtbehandelingskast en minder koel- en verwarmingscapaciteit. Dat zijn grote besparingen ten opzichte van de huidige methode van werken.

Dat pioniers in duurzame gebouwen vaak teleurgesteld raakten door tegenvallende energieprestaties, komt volgens Wolleswinkel doordat de oorzaken niet achterhaald konden worden: Eén van de bouwers had bijvoorbeeld een goedkoper materiaal voor isolatie gebruikt, wat niet was afgesproken. Maar achteraf was het moeilijk te bewijzen in hoeverre elk onderdeel verantwoordelijk was voor tegenvallende resultaten.

Deze les heeft Wolleswinkel ter harte genomen. Met Octalix kun je per onderdeel achterhalen of deze aan de ontwerpuitgangspunten voldoet. Van elke gebruikte Watt kun je het gebruiksrendement bepalen, zodat je zeker weet dat de gebruikte energie nuttig wordt ingezet. Ik voorspel een grote omslag in de wijze waarop eindgebruikers bereid zijn energiekosten te betalen voor verbruik dat niet kan worden verantwoord. Daar gaat iets fundamenteel in veranderen. Je accepteert toch ook niet dat je de tank van je auto moet vullen zonder dat je daarvoor kilometers mag rijden? De oprichter van Octalix pleit dan ook voor een verandering in de perceptie van adviseurs en eindgebruikers: Energiezuinige gebouwen vereisen extra maatregelen. De tijdgeest is er naar onverantwoord gebruik niet langer te accepteren.

Hoewel de investeringskosten van te voren ongeveer vijfentwintig procent hoger zijn, verwacht Wolleswinkel dat zijn product snel voor kostenefficiëntie zal zorgen: het wegnemen van verspilling is de grootste besparing die je kunt maken. Daarnaast scheelt de gedetailleerde monitoring in de servicetijd die een installateur nodig heeft bij storingen en onderhoud. Je weet precies waar de fout in een installatie zit omdat het ontwerp en de praktijk steeds met elkaar worden vergeleken.

Wolleswinkel ziet ondanks de kredietcrisis de toekomst van zijn startende bedrijf zonnig in: De noodzaak energie te besparen is hoger dan ooit. In de kredietcrisis is het nodig de urgentie daarvan tegen het ligt te houden. Er zijn zat gebouwen die renovatie dringend nodig hebben. Daar is de grootste winst te halen. Slopen of boren is niet nodig omdat de sensoren werken met draadloze radiosignalen. Ik verwacht vooral veel opdrachten van de overheid, alhoewel ik tot op heden vooral veel gepraat en nog veel te weinig daden zie. Als we maar de helft van alle goede voornemens zouden vertalen naar opdrachten, kan duurzaam Nederland daadwerkelijk een impuls krijgen.

08 april 2009

Domein: Duurzame mobiliteit & energie