Slimme schimmel maakt diesel

In het Patagonische regenwoud is een schimmel gevonden die direct diesel kan maken uit cellulose. De schimmel produceert een combinatie van verschillende koolwaterstoffen die ook voorkomen in brandstof. Het product van de schimmel, dat de naam mycodiesel meekreeg, is ontdekt door wetenschappers van de Montana State University. Volgens de ontdekkers is mycodiesel de beste bron voor biobrandstof die we op dit moment kennen.

Door Elles Lalieu, Kennislink

Elk jaar produceren wij 430 miljoen ton plantenafval. Dit afval bestaat vooral uit stoffen die voor zoogdieren onverteerbaar zijn, zoals cellulose, lignine en hemicellulose. Dit zijn de stoffen waaruit de celwand van vele plantensoorten is opgebouwd. Het plantenafval kan behandeld worden met cellulases. Deze enzymen zetten cellulose om in suikers, waardoor micro-organismen het afval kunnen fermenteren. Uiteindelijk ontstaat ethanol, een alcohol die dient als basis voor biobrandstof. Onderzoekers van de Montana State University ontdekten in het Patagonische regenwoud een schimmel die direct diesel kan maken uit cellulose. Hierdoor hoeft plantenafval in de toekomst niet langer voorbehandeld te worden met cellulases.

De schimmel Gliocladium roseum leeft in het binnenste van zijn gastheer, de Ulmoboom. De schimmel produceert verschillende gasvormige koolwaterstoffen die dienen als antibiotica. Op die manier is de Ulmoboom beschermd tegen infecties van bacteriële indringers. De combinatie van koolwaterstoffen komt sterk overeen met die van de grondstoffen van diesel. Zo is octaan bijvoorbeeld een belangrijk bestanddeel van het gas dat Gliocladium roseum uitscheidt. Vandaar dat de schimmel ineens interessant is voor de productie van biobrandstof. De onderzoekers doopten het product van hun schimmel mycodiesel en zijn nu het brandstof producerende potentieel van dit micro-organisme verder aan het ontwikkelen.

Productie omhoog

Mycodiesel ontstaat doordat de schimmel direct cellulose kan verteren, maar toch is de productie dan wel lager dan bij het verwerken van suikers. Het kost de schimmel dus wel wat extra moeite om cellulose om te zetten in brandstof. Dat het micro-organisme dit kan, is juist heel belangrijk. Hierdoor kan namelijk een stap in het productieproces van biobrandstof worden overgeslagen. De onderzoekers denken dat de productie van de schimmel omhoog is te brengen door genetische modificatie. Andere onderzoeksgroepen kunnen de schimmel verder verbeteren en ook het proces opschalen totdat de productie zo hoog is dat het bruikbaar is in de industrie. Wij hebben daarvoor zelf niet genoeg expertise., aldus Gary Strobel, leider van het onderzoek.

Het schalingsprobleem is niet het enige minpuntje van de schimmel. De onderzoekers twijfelen of het micro-organisme genetisch stabiel blijft als het lang wordt opgeslagen. Strobel: Ook hiernaar moet verder onderzoek worden gedaan. Als de schimmel uiteindelijk tot een goede productie komt, is mycodiesel de beste bron voor biobrandstof die we op dit moment kennen.

10 november 2008

Domein: Duurzame mobiliteit & energie